recensie naar aanleiding van de expositie '...., it's about flowers', Tweebronnen, Leuven, BE
Buiten de kaders van (onze) tijd
expo Ine Lammers
door Frederic De Meyer
Volgens de moderne fundamentele wetenschappen is elke vorm van observatie, niet enkel vanuit
menselijjk perspectief, een moment waarop zich de werkelijkheid kristaliseert. Het onderliggend
continuum wordt slechts materie -in de vom van deeltjes of ‘kwanta’- eenmaal het door een ander
standpunt wordt waargenomen. Dit geldt niet enkel voor materie, ook het begrip tijd volgt deze
logica: elke herinnering, vanuit dit opzicht, is een daad van creatie. Door op elk ogenblik de realiteit
vast te leggen schep je zowel het verleden als de toekomst.
Het is pas op menselijk niveau dat de werkelijkheid zich aan ons op een heel specifieke, causale
manier openbaart. Maar deze is bijgevolg slechts fragmentarisch, onvolledig. Bij elke bewustwording
van de werkelijkheid vervallen alle mogelijkheden die erin vervat lagen; de zogenaamde
‘waarschijnlijkheidsgolf’ waarin een verschijning zich oorspronkelijk uitdrukt implodeert bij elke
observatie, al verdwijnt het ook niet helemaal. Het onderliggend potentieel -de golffunctie- blijft
intrinsiek deel uitmaken van wat buiten ons bestaat.
We ervaren dus met onze menselijke beleving slechts een klein deeltje van de onderliggende
werkelijkheid. Dit zou als een beperking kunnen worden aanzien, maar in se is het een creatieve
daad: we boetseren vrij letterlijk ons bestaan in de ‘kwantumsoep’. Leven is een continue
scheppingsdaad. Wie beter dan een kunstenaar om deze gedachte in een beeld te vatten?
Ine Lammers reflecteert al geruime tijd over het mysterie van de tijd. Intuïtief voelt ze aan dat de
beleefde tijd, de ‘Kairos’ essentiëler is dan de afgemeten, door atoomklokken bepaalde tijd, de
‘Kronos’. Ze refereert gretig naar Ernest Bloch, die in elk moment een eeuwigheid herkende, “het
‘eeuwig moment’ waarin een herinnering voor altijd bewaard blijft, ondanks de vluchtigheid van
tijd.” Tijd is niet zomaar relatief, afhankelijk van een perspectief, het omvat op elk ogenblik het hele
‘zijn’.
Maar hoe vat je deze fundamentele gedachten in een beeld? In haar zoektocht kwam Ine tot de
vaststelling dat het niet in een enkel beeld is te duiden. Het is de som van verschillende
mogelijkheden die, uiteindelijk, een beeld kan schetsen van de dieperliggende gedachte, die een
aanvoelen kan verwoorden in een materiële, visuele taal. In deze zin kan haar reeks werken niet
anders gezien worden dan als totaalconcept, al houdt elk deel ervan het volledige mysterie in zich
vervat.
Er is de Japanse notie van Wabi-sabi, die ze reeds in een eerdere reeks exploreerde. “Wabi-sabi
benadrukt dat schoonheid zich juist bevindt in het verstrijken van de tijd,” vertelt Ine. “Door te
werken met materialen als verweerde houtsoorten, verroeste metalen of gedroogde bloemen tracht
ik dit idee vorm te geven.” Volgens deze notie is het proces van wording en verval een fundamenteel
natuurlijke staat. Er is geen wording, geen ‘zijn’ die geen notie van verdwijning inhoudt. Eenmaal tot
dit fundamentele besef gekomen kan je niet anders dan ontzag voelen voor de essentiële kracht die
erin schuilt, en die zowel scheppend als vernietigend is, als twee zijden van eenzelfde munst.
Het is in vele opzichten een bevrijdende vaststelling, zo merk je aan haar experimenteren met de
kunstmatige limieten van het kader. Een stalen constructie zonder inhoud; een verzameling
buitenmatige brokstukken zonder essentiële functie, gebroken of onvolledig, Ine toont ons hoe onze
beleving van het leven uiteindelijk beperkt wordt door de afgemeten, conventionele manieren van
denken. De mogelijkheden van het bewustzijn zijn veel breder en ruimer dan deze: “Het kader wordt
niet enkel gezien als grens maar als een verlengstuk van het kunstwerk zelf, de leegte errond nodigt
de kijker uit om het werk als deel van een grotere ruimte te beschouwen.”
Daarom speelt ze niet enkel met de notie tijd, maar evengoed met de ruimte. Ze wil een ruimte
creëren waar haar werken in alle rust symbolisch kunnen aftakelen. Waar de interventie van de mens
op natuurlijke processen de ruimte en de mogelijkheden inperkt, wil ze beide juist combineren in een
nieuwe ruimte, breder dan de louter menselijke. De aandacht voor de samenhang tussen nature en
nurture, zoals deze concepten zo mooi in het Engels heten, is ook hier, net als bij de kaders die uit
hun functie werden ontheven, bevrijdend: er is geen enkelvoudige manier om naar de stroom van de
tijd te kijken. Zo’n tegenstellingen zijn slechts het resultaat van menselijke interpretatie, net als
ruimte en tijd geen afzonderlijke verschijnselen vormen: ze maken intrinsiek deel uit van eenzelfde
geheel.
Deze verschillende interpretatielagen worden mooi weerspiegeld in Ines gebruik van het tapijt, dat in
haar nieuwe reeks een rijke symboliek wordt toegemeten. Het tapijt refereert naar oudere, huiselijke
taferelen, het verslijten van herinneringen of het ontrafelen van het leven zelf, maar evengoed naar
de intrinsieke schoonheid die erin ligt vervat. De harde, onwrikbare realiteit van onze beleving krijgt
er in zachte plooien en toevallige kronkels nieuwe wendingen, nieuwe manieren om naar het geheel
van de tijd te kijken. Tijd is een plooibaar en rekbaar begrip, een weefsel aan herinneringen en
toekomstmogelijkheden die ooit, voor even, een functioneel geheel vormden en enkel van belang
zijn voor wie er belang aan hechtte, of nog steeds aan hecht. Zo ook met de roos in giethars
bijvoorbeeld, als versteend symbool voor de hoop of de belofte die ze ooit inhield, en feitelijk nooit is
verwelkt.
We kunnen niet anders dan vanuit een antropocentrisch standpunt naar zaken als tijd en realiteit
kijken, weten we intussen. We kunnen ons wel andere manieren, los van onze eigen beleving
voorstellen, maar deze zullen steeds fragmentarisch zijn, slechts een gedeeltelijk inzicht bieden in het
groter geheel waar we niettemin deel van uitmaken. Maar in elk stukje zit onlosmakelijk het geheel
vervat, net zoals in elk werk uit deze nieuwe reeks van Ine het geheel van haar voortglijdende
gedachten, voorbije en komende, ligt vervat.
Frederic De Meyer
theArtCouch.be
november 2024
**********************************
expo Ine Lammers
door Frederic De Meyer
Volgens de moderne fundamentele wetenschappen is elke vorm van observatie, niet enkel vanuit
menselijjk perspectief, een moment waarop zich de werkelijkheid kristaliseert. Het onderliggend
continuum wordt slechts materie -in de vom van deeltjes of ‘kwanta’- eenmaal het door een ander
standpunt wordt waargenomen. Dit geldt niet enkel voor materie, ook het begrip tijd volgt deze
logica: elke herinnering, vanuit dit opzicht, is een daad van creatie. Door op elk ogenblik de realiteit
vast te leggen schep je zowel het verleden als de toekomst.
Het is pas op menselijk niveau dat de werkelijkheid zich aan ons op een heel specifieke, causale
manier openbaart. Maar deze is bijgevolg slechts fragmentarisch, onvolledig. Bij elke bewustwording
van de werkelijkheid vervallen alle mogelijkheden die erin vervat lagen; de zogenaamde
‘waarschijnlijkheidsgolf’ waarin een verschijning zich oorspronkelijk uitdrukt implodeert bij elke
observatie, al verdwijnt het ook niet helemaal. Het onderliggend potentieel -de golffunctie- blijft
intrinsiek deel uitmaken van wat buiten ons bestaat.
We ervaren dus met onze menselijke beleving slechts een klein deeltje van de onderliggende
werkelijkheid. Dit zou als een beperking kunnen worden aanzien, maar in se is het een creatieve
daad: we boetseren vrij letterlijk ons bestaan in de ‘kwantumsoep’. Leven is een continue
scheppingsdaad. Wie beter dan een kunstenaar om deze gedachte in een beeld te vatten?
Ine Lammers reflecteert al geruime tijd over het mysterie van de tijd. Intuïtief voelt ze aan dat de
beleefde tijd, de ‘Kairos’ essentiëler is dan de afgemeten, door atoomklokken bepaalde tijd, de
‘Kronos’. Ze refereert gretig naar Ernest Bloch, die in elk moment een eeuwigheid herkende, “het
‘eeuwig moment’ waarin een herinnering voor altijd bewaard blijft, ondanks de vluchtigheid van
tijd.” Tijd is niet zomaar relatief, afhankelijk van een perspectief, het omvat op elk ogenblik het hele
‘zijn’.
Maar hoe vat je deze fundamentele gedachten in een beeld? In haar zoektocht kwam Ine tot de
vaststelling dat het niet in een enkel beeld is te duiden. Het is de som van verschillende
mogelijkheden die, uiteindelijk, een beeld kan schetsen van de dieperliggende gedachte, die een
aanvoelen kan verwoorden in een materiële, visuele taal. In deze zin kan haar reeks werken niet
anders gezien worden dan als totaalconcept, al houdt elk deel ervan het volledige mysterie in zich
vervat.
Er is de Japanse notie van Wabi-sabi, die ze reeds in een eerdere reeks exploreerde. “Wabi-sabi
benadrukt dat schoonheid zich juist bevindt in het verstrijken van de tijd,” vertelt Ine. “Door te
werken met materialen als verweerde houtsoorten, verroeste metalen of gedroogde bloemen tracht
ik dit idee vorm te geven.” Volgens deze notie is het proces van wording en verval een fundamenteel
natuurlijke staat. Er is geen wording, geen ‘zijn’ die geen notie van verdwijning inhoudt. Eenmaal tot
dit fundamentele besef gekomen kan je niet anders dan ontzag voelen voor de essentiële kracht die
erin schuilt, en die zowel scheppend als vernietigend is, als twee zijden van eenzelfde munst.
Het is in vele opzichten een bevrijdende vaststelling, zo merk je aan haar experimenteren met de
kunstmatige limieten van het kader. Een stalen constructie zonder inhoud; een verzameling
buitenmatige brokstukken zonder essentiële functie, gebroken of onvolledig, Ine toont ons hoe onze
beleving van het leven uiteindelijk beperkt wordt door de afgemeten, conventionele manieren van
denken. De mogelijkheden van het bewustzijn zijn veel breder en ruimer dan deze: “Het kader wordt
niet enkel gezien als grens maar als een verlengstuk van het kunstwerk zelf, de leegte errond nodigt
de kijker uit om het werk als deel van een grotere ruimte te beschouwen.”
Daarom speelt ze niet enkel met de notie tijd, maar evengoed met de ruimte. Ze wil een ruimte
creëren waar haar werken in alle rust symbolisch kunnen aftakelen. Waar de interventie van de mens
op natuurlijke processen de ruimte en de mogelijkheden inperkt, wil ze beide juist combineren in een
nieuwe ruimte, breder dan de louter menselijke. De aandacht voor de samenhang tussen nature en
nurture, zoals deze concepten zo mooi in het Engels heten, is ook hier, net als bij de kaders die uit
hun functie werden ontheven, bevrijdend: er is geen enkelvoudige manier om naar de stroom van de
tijd te kijken. Zo’n tegenstellingen zijn slechts het resultaat van menselijke interpretatie, net als
ruimte en tijd geen afzonderlijke verschijnselen vormen: ze maken intrinsiek deel uit van eenzelfde
geheel.
Deze verschillende interpretatielagen worden mooi weerspiegeld in Ines gebruik van het tapijt, dat in
haar nieuwe reeks een rijke symboliek wordt toegemeten. Het tapijt refereert naar oudere, huiselijke
taferelen, het verslijten van herinneringen of het ontrafelen van het leven zelf, maar evengoed naar
de intrinsieke schoonheid die erin ligt vervat. De harde, onwrikbare realiteit van onze beleving krijgt
er in zachte plooien en toevallige kronkels nieuwe wendingen, nieuwe manieren om naar het geheel
van de tijd te kijken. Tijd is een plooibaar en rekbaar begrip, een weefsel aan herinneringen en
toekomstmogelijkheden die ooit, voor even, een functioneel geheel vormden en enkel van belang
zijn voor wie er belang aan hechtte, of nog steeds aan hecht. Zo ook met de roos in giethars
bijvoorbeeld, als versteend symbool voor de hoop of de belofte die ze ooit inhield, en feitelijk nooit is
verwelkt.
We kunnen niet anders dan vanuit een antropocentrisch standpunt naar zaken als tijd en realiteit
kijken, weten we intussen. We kunnen ons wel andere manieren, los van onze eigen beleving
voorstellen, maar deze zullen steeds fragmentarisch zijn, slechts een gedeeltelijk inzicht bieden in het
groter geheel waar we niettemin deel van uitmaken. Maar in elk stukje zit onlosmakelijk het geheel
vervat, net zoals in elk werk uit deze nieuwe reeks van Ine het geheel van haar voortglijdende
gedachten, voorbije en komende, ligt vervat.
Frederic De Meyer
theArtCouch.be
november 2024
**********************************
recensie naar aanleiding van de expositie 'Rhapsody', TaLe Art Gallery, Vlierzele, BE
Wanneer je ‘de mens’ beschouwt in termen van Henri Bergsons élan vital kom je onvermijdelijk uit op een kunstenaar als Ine Lammers. Wanneer je dit doet merk je meteen ook dat dit élan geen rechtlijnig of voorspelbaar gegeven hoeft te zijn. De ruwe uitspattingen die grond vonden in een rebelse reactie op onrecht en onlust vervormde eerder al tot het verbindende concept Morphic Resonnance van Rupert Sheldrake, en lijkt nu in meer verstilde, contemplatieve wateren te zijn beland. Al is dit misschien slechts schijn: de ruwe kanten zijn subtieler geworden, ze uiten zich in het roest van metaal, de rafelige boorden van lapjes textiel, de weerbarstige patronen in de houtblokken die de verf vergezellen. De klank is minzamer, de woorden bedachter uitgekozen, maar de rebelse stem is nog lang niet getemd, zo lijkt het me. Niet dat dit hoeft, wel integendeel.
The ArtCouch, maart 2023
https://www.theartcouch.be/nieuws/het-creatieproces-als-thema-een-merkwaardige-combinatie-van-vijf-kunstenaars-bij-tale-art-gallery/
**************************************
recensie naar aanleiding van de expositie 'Geworteld', Fort 5, Edegem, BE
Drie vrouwelijke kunstenaars: Ine Lammers, Alexandra Cool en Bie Garcet, van het collectief FáS, hebben de gezamenlijke tentoonstelling Geworteld gemaakt in KNSTWRK, de nieuwe exporuimte in Fort 5 in Edegem, op de eerste verdieping van het binnenfort. Het is een 'Gesamtkunstwerk' geworden, waarvoor ze onder meer materiaal uit het Fortdomein zelf haalden: takken, stronken, turf, en bladeren. Het is een beklijvende, stille, sterk naturalistische installatie geworden, verdeeld over de zes conische exporuimtes in Fort 5.
Je komt binnen in schier volslagen duisternis, pas als je de ruimtes één na één betreedt, komt er – letterlijk en figuurlijk – licht in het spel. De werken blijken sculpturen en installaties, opgebouwd met de gesprokkelde en eigen materialen. Er is ook een poëzieruimte: dichter en woordkunstenaar Guido De Bruyn werkte mee aan Geworteld, met de keuze van een aantal gedichten en eigen teksten, die je ook vindt in de publicatie die bij de tentoonstelling hoort.
Waarom ze op die manier als collectief samenwerken? Ine Lammers: ‘Daar hangt een kleine historie aan vast. Wij waren, samen met nog andere kunstenaars, bezig met een groot werk rond ‘stilte’. Dat was drie jaar geleden en het is jammer genoeg niet doorgegaan. We hebben toen met ons drieën besloten om op dat collectieve idee toch verder te werken. We gingen vooral op zoek naar locaties die ons inspireerden in dat stilte-verhaal. Zo kwamen we onder meer terecht in het Stiltehuis in Heverlee en de Drongenhofkapel in Gent, maar door corona ging ook dat niet door. Toch wilden we met zijn drieën – ook al zijn we erg verschillende kunstenaars – doorgaan, omdat het conceptuele aspect ons aantrok. Het Fort hier in Edegem kwam dan op ons pad en sprak ons aan, met zijn zes conische ruimtes en zijn historische beladenheid [het fort maakte deel uit van de Antwerpse fortengordel eind negentiende eeuw gebouwd, mr]. Dat is een heel proces geweest, net als onze samenwerking.’
Bie Garcet: ‘Het was belangrijk dat we iets samen maakten en niet alle drie apart.’ Alexandra Cool: ‘Het is de plek die ons de inspiratie gaf om te maken wat we nu maakten. Een domein vol groen, aarde en bladeren, met zelfs bomen op het dak van het fort: het idee van ‘geworteld’ bood zichzelf aan. Het is ook een maatschappelijk thema, want we leven in ‘ontwortelde’ tijden.’
Wat opvalt in deze tentoonstelling is de stilte, positief bedoeld: je komt binnen in een duisternis, waarna je langzaam wordt overspoeld door rust, zacht licht, geuren en relicten uit de natuur. Dat wordt versterkt met de al genoemde editie, die als een extra werk wordt beschouwd. Ze bevat teksten van onder meer Rilke, Rutger Kopland en Guido De Bruyn, een transparant op kalk van een boomwerk, en zes foto’s van Alexandra Cools.
De toekomst? Ine Lammers: ‘Ons concept is dat we locaties zoeken, die op ons af laten komen en daar telkens een tentoonstelling én een publicatie rond maken.’ KNSTWRK werk er hard aan om een relevante toonplek te worden voor hedendaagse kunst in de Antwerpse Zuidrand.
Marc Ruyters
Hart Magazine, oktober 2021
https://hart-magazine.be/expo/alexandra-cool-ine-lammers-en-bie-garcet-in-knstwrk
**************************************
recensie naar aanleiding van de expositie 'tussen tijd', Het Atelier, Brugge, BE
“Hoe minder je weet, hoe wijzer je wordt”, vertrouwt Ine ons toe, terwijl we langs haar creaties wandelen waar ze een maand lang aan werkte in Het Atelier van Marleen Scevenels. In haar nieuwe reeks voegt ze aan haar rusteloos zoekende penseel ook andere, meer ingetogen materialen en effecten toe, wat ze zo treffend de “emotionele wanorde van het materiaal” noemt. Zo rafelt ze stoffen uit elkaar, tot luttele draden die ze in of tussen werken laat bungelen, als hunkerden ze naar een nieuwe vorm van communicatie, een nieuwe reden om (verbonden) te zijn.
Dit spiegelt een innerlijke evolutie. Tijdens twee residenties in Spanje en Zuid-Frankrijk leerde ze onthaasten, vooral van haar eigen gedachtevloed. Gedreven door de Japanse wabi sabi-gedachte leerde ze de imperfecties van het leven te accepteren, natuurlijke invloeden op haar af te laten komen, en ze te integreren in haar werkzaamheden. Een nieuwe harmonie te vinden, zonder de inherente polariteit in het menselijke wezen daarom uit de weg te willen gaan.
Deze polariteit bemerk je nog steeds, bijvoorbeeld in haar impuls om haar uitgezuiverde, abstracter wordende werken te injecteren met elementen die robuustheid en stoerheid suggereren. Het broze van het ontrafelde textiel komt in eenzelfde werk oog in oog te staan met zwaardere, loden bestanddelen. Het effect is behoorlijk verbazend. Het brengt de kijker uit evenwicht, het evenwicht waar de kunstenares zelf nog naar op zoek is.
Ballast weg
Het is een proces dat ze doormaakt, en dat vorm krijgt in deze werken. Wij mogen getuige zijn van dit proces. Zich loswrikken wil ze, van talrijke verwachtingen die ze als nodeloze ballast meedraagt. De verwachtingen van de kijker uiteraard, die een coherente lijn wil zoeken tussen deze nieuwe werken en haar vroegere oeuvre. Maar evengoed van haar verwachtingen jegens de kijker, die ze in vorige reeksen introduceerde tot allerhande theorieën over de inherente verbondenheid tussen mensen. In de nieuwe reeks werken staat ze in zekere zin ‘alleen’, in wat ze “een nieuwe naaktheid” noemt. Er is geen andere boodschap dan haar huidige vorm van zijn. Wil ze de kijker meevoeren in dit verhaal, dat enkel voor haarzelf geschreven lijkt te zijn? Natuurlijk wel, maar het is geen noodzaak meer.
Transformatie
Er is echter een verwachting waar het moeilijker van af te raken is: deze van haarzelf jegens haar eigen werk. Verwacht ze een loutering aan het einde van het proces, een catharsis? Wellicht wel, al vindt ze die in toenemende mate in het proces zelf, meer dan in het resultaat ervan. Het werk hoeft niets anders dan ‘er te zijn’. Het staat – bewust – in schril contrast met wat ze vroeger deed: een volledig openstaan voor prikkels van buitenaf, waarbij haar binnenkant werd afgeschraapt, tot het te ruw werd.
Nu speelt ze ook de kracht van haar kwetsbaarheid uit, maar op een geheel andere manier, op een ander niveau. Anderhalf uur per dag wandelt ze – alleen, om zoveel mogelijk indrukken te absorberen. Haar ego wil iets in de wereld zetten, de introverte ziel wil vooral in stilte creëren en verdwijnen in het grote niets. Daartussen lopen verbindende lijnen, die ze ook in diverse vrouwencirkels trekt waar ze lid van is. Een heuse transformatie, waarbij (sociaal) leven en werk door elkaar heen lopen.
Hier mag iets ontvouwen
Haar intuïtie werd tijdens de residentie in Brugge dagelijks aangescherpt. Het alleenzijn duwde alle verstoring naar de achtergrond, waardoor ze nog ontvankelijker werd voor diepere lagen. Het licht dat zo overvloedig binnenvalt in deze ruimte, de uitnodigende openheid om te creëren. Het gevoel dat niets moet, behalve luisteren naar de plek, voeling proberen te krijgen met het onderhuidse weefsel van de stad en de energie van zij die in Het Atelier voor haar aan de slag waren. Onzichtbare connecties die haar niettemin voeden.
Wie Brugge zegt, die zegt kant, en de opmerkelijke observator zal allicht minieme hints ontdekken in de recente werken van Ine Lammers. Echter zo anekdotisch hoeft het niet. Ze duikt ook naar de essentie van de materialen, het ambachtelijke vakmanschap dat ook de begijntjes moeten hebben gekend. Ragfijn werk waar je uren meditatief zoet mee bent. “Dankbaar ben ik”, zegt Ine, “dat ik tussen deze materialen mag vertoeven. Ik voel hun mystiek. Ik ontdoe ze van het functionele, en richt me op het emotionele aspect. Hier mag er iets ontvouwen.”
the artcouch, maart 2021
https://www.theartcouch.be/tezien/dit-weekend-in-het-atelier-in-brugge-tussen-tijd-van-ine-lammers/
****************************
Spin off “Het Atelier”: intrigerende eenvoud in leegstand pand langs Potterierei
Saskia WEYTS, Anne DE GHELDER en Ine LAMMERS
“TIME IS A RIVER THAT SWEEPS ME ALONG” (J.L. BORGES)
Het is 5 september en vroeg in de ochtend. Het routineus ontbijt heeft me gesterkt voor een nieuwe dag en nogal wat krantenbijlagen liggen naast de zetel op de plankenvloer van de woonkamer: ge-lezen. Wat heel erg boeiend leek, is aangestipt, en wordt later grondig(er) doorgenomen. Je leert elke dag bij en toch lijkt het vaak alsof je alleen maar dommer wordt. En minder weet.
Poes ligt alweer te soezen op de houten ribbels van het terras. Ik merk dat ik van nu af aan omzichtiger moet zijn wanneer ik nog eens dieper de tuin in wil: de spinnen zijn er al en er wordt gretig gewebd.
En oef: eindelijk nog eens wat zon in de ochtend. Binnen heeft iemand de zon dan weer “uitgedaan”. Spreken is hier wel eens vaker spelen. Mijn vrouw heeft gewoon de gordijnen neerwaarts gerold. Nog volop licht, maar geen zon meer in huis. Stemmig, dus.
Het brengt me naadloos weer in dat groot, verlaten en licht verwaarloosd, want onbewoond burgerhuis ter Potterierei 5 in Brugge, vlak bij de Carmersbrug waar men op en rond het water in de weer was voor een of andere sportmanifestatie. Ik heb de koppige indruk dat er overal van alles en nog wat wordt georganiseerd de laatste (covid)tijd. Zou dat uit verveling zijn?
In het huis, een zogenaamde spin off van “Het Atelier”, de ouwe werkplaats in de s’ Gravenstraat waar al enige tijd beeldend knappe dingen gebeuren en/of te zien zijn, hebben drie vrouwelijke kunstenaars iets moois gerealiseerd.
INTUITIE
Waarom dat “naadloos”? Wel, het leegstaande pand heeft een fraaie binnentuin en ik hoop dat de planten die er wellicht sinds lang gedijen straks bij waarschijnlijke verbouwingen niet om zeep worden geholpen. Voorts sluit al wat daar aan beeldende kunst te bewonderen valt heel dicht bij de natuur aan.
Saskia Weyts, Anne De Ghelder en Ine Lammers hebben voor deze tentoonstelling een zin van de Argentijnse dichter Jorge Luis Borges (1899-1986) als titel leidraad gekozen: “Time is a river that sweeps me along”.
De tijd, dus. Zo veel diverse aspecten. Ga kijken en hou deze mooie zin vast.
Saskia Weyts was eerder dit jaar te gast in Het Atelier. Ik weet dat de natuur een sterke invloed heeft op haar en laat me concluderen dat Saskia nauwelijks een andere betrachting heeft dan de kijker met schoonheid te confronteren. Maar dan schoonheid waar bij het scheppen ervan als het ware geen mensenhand te pas is gekomen. Intuïtie. Dingen die ontstaan zijn op het juiste moment. Tijd…
Voor ze aan een creatie begint probeert ze haar gemoedsstemming te doorgronden. Pas dan komen olieverf (de gepaste kleuren) en papier in beeld. De kunstenares mediteert en laat zich leiden, wat resulteert in amorfe “aanwezigheden” waar je je van alles bij kan bedenken. En dat is goed. Je vult het in op je eigen manier. Op de uitnodiging van deze tentoonstelling prijkt een prachtige donkere sliert en in het uiteinde ontwar ik een hondenkop. Wonderlijk. Heeft de kunstenares hier, aan het eind van het schilderproces, toch de zaken in handen genomen en een kleine, bepalende touch gegeven? Het toeval te wonderlijk om het niet te doen?
MEESTERLIJK MET PAPIER
Anne De Ghelder, ook van Brugse komaf, werkt in stilte aan een heel merkwaardig oeuvre, dat ik nog niet zo lang ken. Hoe creatief kan iemand zijn met oude boeken, teksten, bladzijden en kranten??? In het huis met het nummer 5 sta je verstomd te kijken naar wat ze allemaal - met monnikengeduld - voor mekaar heeft gebracht, in elkaar heeft gewrongen. Het wordt een heel bijzondere wereld waarin ze een spel speelt en haar materiaal naar de hand zet. Ongewoon in de kleine fijne wereld van de beeldende kunst. De Ghelder verrast keer op keer. Nu eens zijn dat behoorlijk architecturale en strakke constructies; een andere keer is het de eenvoud zelve. Ook hier zijn de verwijzingen en suggererende vormen en verhoudingen talloos. Zo heerlijk en bijzonder dat ik ze allemaal onder een stolp zou koesteren.
NATUUR
Ine Lammers heb ik pas leren kennen. Haar tongval laat vermoeden dat ze een buur uit het dichte Noorden is en ze woont in Leuven. Op de avond van de vernissage ontmoet ik haar voor het eerst: een extraverte, intrigerende en aangename gesprekspartner. Wanneer ze creëert echter opteert ze gewild en noodgedwongen voor absolute stilte en eenzaamheid. Wat ze laat zien is dan weer verrassend verscheiden en verschillend. Als je ziet hoe ze in de sfeer van arte povera het wat bouwvallige tuinhuisje tot een heel aparte, bijna sacrale plek omtovert - geur incluis - met niets dan eenvoud uit de natuur geplukt of opgeraapt, tot kleine stippen aan de wand en schilderijen, die op hun beurt heel dicht bij de natuur staan en rust geven.
Laat tijd en soberheid voor alle drie de kunstenaressen cruciaal zijn, maar dan een bedrieglijke soberheid. Alles heeft een betekenis. Om hier achter te komen, moet je dat pand binnen en behoorlijk wat tijd nemen. Leuk trouwens om weten dat aan de overkant van het water ene Simon Verheylesonne uit Machelen ook de natuur koestert, en ook op een fascinerende manier, maar dan weer geheel anders.
U kan deze tentoonstelling in het WE makkelijk combineren met een bezoek aan “Gallery Black Swan”, aan de andere kant van het water. Een kleine straat verder vindt de meerwaardezoeker “Galerie Pinsart” (Genthof), waar Nele Bonte heeft uitgepakt, en de liefhebber van beeldende kunsten hoeft zich niet in te houden om, ook al op een boogscheut (langs de Spinolarei), het “Bruges Art Institute” van “meester” Jan Frederik De Cock te bezoeken. Hij maakt het er samen met Roel Vandermeeren en Guy Slabbinck heel druk en interessant. Later meer over hun Wunderkammers.
“Time is a river that sweeps me along” met werk van Saskia Weyts, Anne De Ghelder en Ine Lammers nog op 10, 11 & 12 én 17, 18 & 19 september 2021, van 11-18u. ter Potterierei 5, 8000 Brugge
Johan Debruyne
***********************************
recensie naar aanleiding van de expositie 'le sable du temps', galerie LATUVU, Bages, Fr
Artist in residence, het blijft een mooie gedachte. Even weg van alle verplichtingen, van de dagelijkse sleur, nieuwe inspiratiebronnen aanboren, of oudere bronnen op een nieuwe manier benaderen. Het moet een verademing bieden, neem ik aan, niet in het minst omdat veel van deze residenties zich op afgelegen, of tenminste verrassende plekken bevinden.
Na een residentie in Spanje bij Arteventura, waar ze zich verdiepte in hoe natuurlijke processen samenvallen met menselijke (niet dat deze laatste niet natuurlijk zijn), wou Ine Lammers verder dit uitgangspunt uitdiepen en vertrok voor zes weken op residentie bij LATUVU in het Zuid-Franse Bages.
Inspired by nature, zo heet het project dat ze in Spanje aanving. Op zich borduurde ze hiermee verder op haar eerdere visuele zoektocht doorheen de morphic resonances, een theorie die ervan uitgaat dat we omgeven zijn door resonerende velden, waar we voortdurend informatie in stoppen en uit halen. Maar ze wou in het doorzetten van dit denkproces, en in haar werk, terugkeren naar iets fundamentelers, essentiëlers.Deze zoektocht begon in Spanje, maar tegen de tijd dat ze naar Frankrijk trok kwam een nieuw element haar werk vergezellen: Wabi Sabi, een Japanse term dat de schoonheid van vergankelijkheid tracht te bevatten, en enkel in een staat van ultieme eenvoud en stille nederigheid volop kan worden begrepen, en gewaardeerd.“Er bestaan in het Japans bepaalde woorden om de emotionele kwaliteit van intrinsieke schoonheid te omschrijven, die verbonden zijn aan onze ervaring van deze schoonheid, zo ook onze emotionele band met zaken die een beperkte levensduur hebben, wat in Japan gevat wordt onder de term Mono no aware“, vertelt Ine ons.Het vergt een andere manier van kijken, van zien, van dingen te ervaren, zelfs de meest banale. Dit uit zich in de reeks die ze in Bages maakte, door harmonie te zoeken in conflicterende materialen, verbanden tussen ogenschijnlijk tegenstrijdige idiomen. “Karakteristiek is asymmetrie, eenvoud en soberheid, intimiteit en appreciatie voor de integriteit van natuurlijke objecten en processen”, legt Ine uit.Art brut is het zeker wel, maar met een fundamenteel authentieke grondslag, een zoektocht naar schoonheid in een essentiële eenvoud.
the artcouch, oktober 2020
https://www.theartcouch.be/tezien/ine-lammers/
*****************************
Artist in residence, het blijft een mooie gedachte. Even weg van alle verplichtingen, van de dagelijkse sleur, nieuwe inspiratiebronnen aanboren, of oudere bronnen op een nieuwe manier benaderen. Het moet een verademing bieden, neem ik aan, niet in het minst omdat veel van deze residenties zich op afgelegen, of tenminste verrassende plekken bevinden.
Na een residentie in Spanje bij Arteventura, waar ze zich verdiepte in hoe natuurlijke processen samenvallen met menselijke (niet dat deze laatste niet natuurlijk zijn), wou Ine Lammers verder dit uitgangspunt uitdiepen en vertrok voor zes weken op residentie bij LATUVU in het Zuid-Franse Bages.
Inspired by nature, zo heet het project dat ze in Spanje aanving. Op zich borduurde ze hiermee verder op haar eerdere visuele zoektocht doorheen de morphic resonances, een theorie die ervan uitgaat dat we omgeven zijn door resonerende velden, waar we voortdurend informatie in stoppen en uit halen. Maar ze wou in het doorzetten van dit denkproces, en in haar werk, terugkeren naar iets fundamentelers, essentiëlers.Deze zoektocht begon in Spanje, maar tegen de tijd dat ze naar Frankrijk trok kwam een nieuw element haar werk vergezellen: Wabi Sabi, een Japanse term dat de schoonheid van vergankelijkheid tracht te bevatten, en enkel in een staat van ultieme eenvoud en stille nederigheid volop kan worden begrepen, en gewaardeerd.“Er bestaan in het Japans bepaalde woorden om de emotionele kwaliteit van intrinsieke schoonheid te omschrijven, die verbonden zijn aan onze ervaring van deze schoonheid, zo ook onze emotionele band met zaken die een beperkte levensduur hebben, wat in Japan gevat wordt onder de term Mono no aware“, vertelt Ine ons.Het vergt een andere manier van kijken, van zien, van dingen te ervaren, zelfs de meest banale. Dit uit zich in de reeks die ze in Bages maakte, door harmonie te zoeken in conflicterende materialen, verbanden tussen ogenschijnlijk tegenstrijdige idiomen. “Karakteristiek is asymmetrie, eenvoud en soberheid, intimiteit en appreciatie voor de integriteit van natuurlijke objecten en processen”, legt Ine uit.Art brut is het zeker wel, maar met een fundamenteel authentieke grondslag, een zoektocht naar schoonheid in een essentiële eenvoud.
the artcouch, oktober 2020
https://www.theartcouch.be/tezien/ine-lammers/
*****************************
in the picture:
https://www.theartcouch.be/nieuws/kunstenaars-in-quarantaine-14-ine-lammers/
https://www.theartcouch.be/belgische-kunstenaars/een-bijzondere-inkijk-in-de-ateliers-van-negen-belgische-kunstenaars/
***********************************
Recensie naar aanleiding van de expositie 'Morphic Resonance', Aporia Gallery, Brussel
WAT ONS VERBINDT..............
Volgens wetenschapper Rupert Sheldrake worden onze gedragspatronen gestuurd door een soort collectief geheugen, wat hij ‘morfogenetische velden’ noemt, die zelf voortdurend veranderen door de gedragingen van de leden van de groep. Onomstreden is deze theorie zeker niet, maar het vormt niettemin een mooie gedachte: dat we op een of andere manier gedreven worden door elke andere persoon die ooit heeft geleefd, of nog leeft.
De gedachte diende Ine Lammers als uitgangspunt in haar nieuwe reeks ‘morphic resonance‘. De immateriële velden krijgen eerst vorm in een aantal portretten, of eerder projecties van gezichten, onherkenbare gelaten die in afwisselende staat van scherpte en duidelijkheid vertoeven, soms huiveringwekkend dichtbij, om dan langzaam te vervagen en, vervormd, terug te verschijnen, in een soort zachte deining, schrikwekkend en op een vreemde manier geruststellend, dan eens troostend, dan eens dreigend.
Mocht Sheldrake gelijk hebben in zijn theorie over morfogenetische velden, hij zou zich geen betere voorstelling ervan mogen inbeelden.
In het tweede deel van de reeks onderzoekt Ine de impact ervan op het individu, de frictie tussen de invloed van het collectief onderbewuste en de eigenheid van de mens. Deze gedachte laat zich niet meteen vangen in een hapklaar beeld. De beeldtaal wordt cryptischer, in zekere zin rijker ook, diverser. Je verstaat niet meteen wat er aan de hand is, welke invloeden je als individu ondergaat alvorens een daad te stellen, of een gedachte te opperen. Wie manipuleert wie? Waar ligt de grens tussen het individu en de invloed van buitenaf? Bestaat die wel?
Dergelijke vragen lijkt Ine ons te willen stellen in haar tweede deel van de reeks. Hoewel ze andere denkpistes bewandelt naargelang ze nieuwe ideeën en inzichten opdoet, blijft de nieuwe reeks in het verlengde van haar eerdere werk. “Universele thema’s als eenzaamheid en leed doorspekken haar werk, maar worden besprenkeld met poëzie, esthetiek en, steeds vaker, humor. Een soort evenwichtsoefening wordt het, een kantelmoment, een aarzeling tussen twee uitersten, tussen twee potentiële staten van zijn. Daardoor juist beide tegelijk”, schreven we ooit over haar werk. Deze vaststelling herken je zeker in de nieuwe reeks, zelfs al ligt de voedingsbodem helemaal elders…
Om te ontdekken…
the artcouch, november 2018
http://www.theartcouch.be/events/wat-ons-verbindt-over-ine-lammers-nieuwe-reeks-morphic-resonance/
***************************
Recensie naar aanleiding van de expositie 'Lush&Lust', galerie Solo, Antwerpen
Wanneer een kunstenaar onaflatend op zoek gaat naar het in beeld brengen van de meest kwetsbare aspecten van het mens-zijn heeft hij of zij weleens een pauze nodig, een onderbreking van de gedachtenflow die niet noodzakelijk negatief of zwartgallig is, maar alleszins emotioneel intens. Na haar twee recente tentoonstellingen, ‘cicatrices’ en ‘touché’, waarin Ine Lammers thema’s exploreerde als kindermisbruik en een meer fysieke, tactiele vorm van kwetsbaarheid, blaast ze voor haar volgende tentoonstelling bij de nieuwe galerij Solo even stoom af.
Niet dat haar werk daarom aan intensiteit zou inboeten, het zelfonderzoek en de soms pijnlijke vaststellingen die eruit voortvloeien, blijven haar voornaamste drijfkracht. Maar nemen de al dan niet mentale kwetsures die een mensenleven van nature meebrengen niet verschillende vormen aan? Zijn er niet verschillende facetten aan de intrinsieke kwetsbaarheid van de mens? Bestaat er een minder donkere kant aan deze zoektocht?
Het onderzoek dat aanleiding gaf voor haar vorige tentoonstellingen hebben haar in zekere zin gesterkt, zegt ze, het schonk haar een vernieuwde veerkracht. Dit uit zich in werken die, in haar eigen woorden, een ‘lustige, uitbundige kwetsbaarheid’ onthullen. Iets objectiever ook: “ met mijn onderzoek schraap ik dermate aan de binnenkant van mijn persoon dat ik uit zelfbehoud nu wat afstand moet creëren”. Niet dat dit een bewust proces was. Vaak verstaat ze pas bij het achteraf aanschouwen van haar werk welke dynamiek erachter schuilt, welke betekenis het voor haar heeft.
Deze transitie merk je aan het feit dat ze de werken nu in één intense sessie afwerkt, en aan de soms humoristische titels ervan. Maar je merkt het voornamelijk fysiek aan de werken. Waar de kunstenares in haar recente werken slechts een enkele fijne laag verf aanbracht, als om te focussen op slechts een aspect van haar onderwerp, voegt ze er nu terug verschillende dimensies aan toe, een plasticiteit waarachter niettemin nog steeds dezelfde broosheid schuilt, in die eerste, fundamentele laag misschien. Hoe sterk je het ook wenst te bedekken, de broosheid blijft latent aanwezig, lijkt ze te willen aangeven.
Ine doopte haar nieuwe tentoonstelling ‘Lush&Lust’. Te oordelen naar het resultaat is er inderdaad een meer uitgesproken sensualiteit merkbaar, al kan deze vele, niet noodzakelijk aangename vormen aannemen. De dualiteit alweer. Niets is wat het lijkt. Ine observeert. Soms letterlijk, zoals in het vogeltje in het werk ‘Bird of Paradise’, waar ze zich graag mee vereenzelvigt, al wijst dit symbool misschien ook op het feit dat ze klaar staat om weg te vliegen wanneer de onthulde emoties te heftig worden…
Een boeiende ontwikkeling alleszins…
the artcouch, december 2017
http://www.theartcouch.be/events/lushlust-een-nieuwe-ontwikkeling-in-het-werk-van-ine-lammers/
*********************
Niet dat haar werk daarom aan intensiteit zou inboeten, het zelfonderzoek en de soms pijnlijke vaststellingen die eruit voortvloeien, blijven haar voornaamste drijfkracht. Maar nemen de al dan niet mentale kwetsures die een mensenleven van nature meebrengen niet verschillende vormen aan? Zijn er niet verschillende facetten aan de intrinsieke kwetsbaarheid van de mens? Bestaat er een minder donkere kant aan deze zoektocht?
Het onderzoek dat aanleiding gaf voor haar vorige tentoonstellingen hebben haar in zekere zin gesterkt, zegt ze, het schonk haar een vernieuwde veerkracht. Dit uit zich in werken die, in haar eigen woorden, een ‘lustige, uitbundige kwetsbaarheid’ onthullen. Iets objectiever ook: “ met mijn onderzoek schraap ik dermate aan de binnenkant van mijn persoon dat ik uit zelfbehoud nu wat afstand moet creëren”. Niet dat dit een bewust proces was. Vaak verstaat ze pas bij het achteraf aanschouwen van haar werk welke dynamiek erachter schuilt, welke betekenis het voor haar heeft.
Deze transitie merk je aan het feit dat ze de werken nu in één intense sessie afwerkt, en aan de soms humoristische titels ervan. Maar je merkt het voornamelijk fysiek aan de werken. Waar de kunstenares in haar recente werken slechts een enkele fijne laag verf aanbracht, als om te focussen op slechts een aspect van haar onderwerp, voegt ze er nu terug verschillende dimensies aan toe, een plasticiteit waarachter niettemin nog steeds dezelfde broosheid schuilt, in die eerste, fundamentele laag misschien. Hoe sterk je het ook wenst te bedekken, de broosheid blijft latent aanwezig, lijkt ze te willen aangeven.
Ine doopte haar nieuwe tentoonstelling ‘Lush&Lust’. Te oordelen naar het resultaat is er inderdaad een meer uitgesproken sensualiteit merkbaar, al kan deze vele, niet noodzakelijk aangename vormen aannemen. De dualiteit alweer. Niets is wat het lijkt. Ine observeert. Soms letterlijk, zoals in het vogeltje in het werk ‘Bird of Paradise’, waar ze zich graag mee vereenzelvigt, al wijst dit symbool misschien ook op het feit dat ze klaar staat om weg te vliegen wanneer de onthulde emoties te heftig worden…
Een boeiende ontwikkeling alleszins…
the artcouch, december 2017
http://www.theartcouch.be/events/lushlust-een-nieuwe-ontwikkeling-in-het-werk-van-ine-lammers/
*********************
Recensie naar aanleiding van de expositie 'CICATRICES'
Wat voor littekens laat kindermisbruik na? Hoe evolueren deze littekens? Vervagen ze met de tijd, of wellen ze op specifieke ogenblikken op om de drager ervan te kwellen met hun aanwezigheid? Ik heb er het raden naar, ik kan me enkel inbeelden hoe ondragelijk ze moeten zijn.
Een gevoelig onderwerp, dat het uitgangspunt vormt van ‘Cicatrices’, een groepstentoonstelling met werken van Ine Lammers, Hilde Vanhove, Danielle Matthijs, en poëzie van Geertrui Henckens. Gezien het onderwerp hadden ze zich makkelijk aan goedkope emotie kunnen overgeven, laat staan een moraliserende, beschuldigende ondertoon hanteren. Niets van dat. De kunstenaars weten het onderwerp sereen en respectvol te behandelen.
Vreemd genoeg sluipt zelfs een vorm van schoonheid doorheen de werken, ondanks het morbide thema. Dat komt mede door de locatie van de tentoonstelling, de pastorie van Meldert in Hoegaarden. “We zijn op diverse manieren aan de slag gegaan met de bijzondere historiek van deze mooie plek en gevoelige verhalen die zich jaren geleden afspeelden achter de façade van de pastorie”, vertelt initiatiefneemster Ine Lammers.
De schilderijen, tekeningen, foto’s en installaties vormen elk op hun eigen manier een onderzoek naar het thema, dat dan ook op heel verschillende, soms tegenstrijdige manieren wordt behandeld. Hier zal een latente spanning je bij de keel grijpen, daar zal je je laten grijpen door een sacrale stilte. “De mate waarin men zich bewust is van zijn of haar lichaam is in ons onderzoeksproces dé vraagstelling waar we ons in willen verdiepen”, aldus Ine.
Thematentoonstellingen, ik vind het altijd boeiend, al zeker wanneer het thema maatschappelijk relevant is.
the artcouch, september 2017
http://www.theartcouch.be/events/cicatrices-een-gevoelig-thema-als-uitgangspunt-van-een-pakkende-tentoonstelling/
*****************
Recensie naar aanleiding van de expositie 'RAUW'
"Nog tot 21 december kan je in het cultuurcentrum De Borre in Bierbeek nieuw werk van Ine Lammers zien. ‘Rauw’, heet de reeks. Oorspronkelijk een werktitel, maar uiteindelijk kwam de kunstenares tot de conclusie dat de titel de reeks goed omvatte. Misschien wel haar hele oeuvre, zou ik durven stellen, na mijn gesprek met Ine.
Dit zou weliswaar tot een verkeerde interpretatie van haar werk kunnen leiden. ‘Rauw’ is het zeker, niet in de zin van duister en ruw, maar in de zin van eerlijk, zuiver, ontdaan van al het overbodige. Het is het resultaat van een taboeloos zelfonderzoek, en in deze oefening komen onvermijdelijk ook de kleine en grote wonden, diepe en minder diepe littekens tevoorschijn. Zonder deze is een mens niet volledig. Het rauwe maakt integraal deel uit van wat ons tot een persoon maakt. Perfectie is een illusie, en schoonheid is saai. Of eerder: rauwheid kan ook mooi zijn.
Niet dat Ine deze littekens uitvergroot. Zij zijn niet het centrale thema van haar werk. Universele thema’s als eenzaamheid en leed doorspekken haar werk, maar worden besprenkeld met poëzie, esthetiek en, steeds vaker, humor. Een soort evenwichtsoefening wordt het, een kantelmoment, een aarzeling tussen twee uitersten, tussen twee potentiële staten van zijn. Daardoor juist beide tegelijk.
Daar ligt misschien wel de essentie van haar werk, want in deze balancing act onthult Ine meer de kwetsbaarheid van de mens dan zijn kwetsuren. Oorzaak eerder dan gevolg. De primaire essentie van de mens, nog voor hij een bepaalde weg uitgaat. Een trauma of een wonde is niet anders dan een doorgang tot een diepere laag van de mens, daarom moet die ook onder ogen worden gezien. Of getoond, in het geval van een kunstenaar. Het is een essentieel onderdeel van de zoektocht.
Dit maakt haar werk ook essentieel vrouwelijk. Natuurlijk, alle mensen zijn kwetsbaar, maar zijn ze dat niet voor verschillende zaken? Het kan de suggestief seksuele spanning verklaren in sommige werken, of het gebruik van het boek ‘Le deuxième Sexe’ van Simone de Beauvoir als canvas voor een recente reeks.
De zoektocht die Ine onderneemt is van nature bodemloos. Het is dan ook normaal dat ze op haar pad een zekere evolutie ondergaat. Zo is haar kleurpalet bijvoorbeeld soberder geworden. Waar ze een aantal jaren terug expliciete kleuren nodig had om haar zoektocht te duiden, kan ze dit nu op andere manieren. Meer aandacht voor de figuratie. Meer doen met de diepgang van materialen -houtskool en olieverf. Meer spelen met verschillende uitingsvormen – schilderen en tekenen. Maar ook haar centraal thema uitdiepen op andere manieren. Haar zoektocht is nog lang niet voorbij…
Een boeiende zoektocht alleszins, en zeker een kunstenares om op te volgen!
the artcouch, december 2016
www.theartcouch.be/belgische-kunstenaar/ine_lammers
***************
“…………..de verscheurdheid die zelfkeuzes, zelfbepalingen die het werk teweeg kunnen brengen. Het leidt tot ‘zelfbeelden’. Rauw aandoende zelfbeelden. We vermoeden lichamelijke contorsies, letsels, verfomfraai-ingen, vraagstellingen in confrontatie met een genadeloos tijdsverloop. Anderzijds ontroert me de kwetsbaarheid die impliciet in dit werk aanwezig is: die kwetsbaarheid straalt het gewoon uit- negeren lukt niet- het ontwapent. De kwetsbaarheid ligt in de bijna ijle vluchtigheid die dit soort werk eigen is. Ze illustreren niets: ze ontglippen ons. Hun sporen lokken wel contexten en indrukken aan contexten uit: op die manier ontglippen ze ons niet integraal….ik onderga het…….
….vanuit verschillende onevenwichtige hoeken probeert zij een gezicht op te vangen; dit gebeurt op forse, expressieve wijze- op de man, op het gezicht af. Het is een queeste naar de waarheid (van het gezicht). En ze geeft daarbij blijk een tijdgenood van ons te zijn: die waarheid kan namelijk nooit absoluut zijn.
………het coloriet van Ine”s werk geeft blijk van een stevig en rijkgevuld palet. Op die manier spreekt ze bezwerende taal.
Ik ervaar de sterke poëtische kracht van het werk van Ine Lammers, in haar uitersten van kracht en fragiliteit…”
Alain Delmotte, juni 2011
**************
“In het bevrijden van de menselijke verbeelding kunnen we niet buitensporig genoeg zijn. ” Maar hoe de menselijke verbeelding vorm moet krijgen om de volmaaktheid te bereiken is een vraag die de kunstenares bezighoudt. Zij zoekt naar een eigentijdse vormgeving van expressie: erg aanwezig, confronterend en kleurrijk. Zelf zegt ze over haar werk :
“Alle schilderijen zijn zelfportretten, elk werkstuk is een afsplitsing van mezelf en zegt iets over de verschillende wegen waarlangs mijn onderzoek
loopt” .
Ze stelt haar werk voortdurend in vraag, want met kunst bezig zijn is alert zijn voor de signalen van de tijd. Grote kracht hebben haar thematische
werken, confronterend vanuit een bepaalde thematiek, gevat in volle kleur, groot, soms abstract soms figuratief. “Niets is zo machtig als een oud idee
dat opnieuw actueel wordt”, heeft zij als geen ander waar gemaakt in de reeks omtrent la Divina Commedia van Dante. Door deze kathedraal van woorden in
beelden weer te geven getuigt ze van durf en creativiteit. Zij werkt meestal in series en is geboeid door een wisselwerking tussen bepaalde kunstuitingen.
Zo komt bepaald werk tot stand via muziek en is anderzijds haar werk de inspiratie voor musici.
Volgens Seuphor zou haar werk onder te brengen zijn bij ‘le cri’, de opwelling van het gemoed, de uitbarsting van wat zich niet laat stileren.
De kleuren maken het werk, ze zijn bijna fysiek. Ze maakt hier waar wat Orhan Pamuk schrijft : “ kleuren zijn niet om te begrijpen maar om te voelen.” En
die primaire kleuren maken het haar mogelijk om bijna op een ongeremde manier de indrukken en gevoelens weer te geven zodat haar werk sterk aanleunt bij het fauvisme.
Rosette Dillen, augustus 2007
….vanuit verschillende onevenwichtige hoeken probeert zij een gezicht op te vangen; dit gebeurt op forse, expressieve wijze- op de man, op het gezicht af. Het is een queeste naar de waarheid (van het gezicht). En ze geeft daarbij blijk een tijdgenood van ons te zijn: die waarheid kan namelijk nooit absoluut zijn.
………het coloriet van Ine”s werk geeft blijk van een stevig en rijkgevuld palet. Op die manier spreekt ze bezwerende taal.
Ik ervaar de sterke poëtische kracht van het werk van Ine Lammers, in haar uitersten van kracht en fragiliteit…”
Alain Delmotte, juni 2011
**************
“In het bevrijden van de menselijke verbeelding kunnen we niet buitensporig genoeg zijn. ” Maar hoe de menselijke verbeelding vorm moet krijgen om de volmaaktheid te bereiken is een vraag die de kunstenares bezighoudt. Zij zoekt naar een eigentijdse vormgeving van expressie: erg aanwezig, confronterend en kleurrijk. Zelf zegt ze over haar werk :
“Alle schilderijen zijn zelfportretten, elk werkstuk is een afsplitsing van mezelf en zegt iets over de verschillende wegen waarlangs mijn onderzoek
loopt” .
Ze stelt haar werk voortdurend in vraag, want met kunst bezig zijn is alert zijn voor de signalen van de tijd. Grote kracht hebben haar thematische
werken, confronterend vanuit een bepaalde thematiek, gevat in volle kleur, groot, soms abstract soms figuratief. “Niets is zo machtig als een oud idee
dat opnieuw actueel wordt”, heeft zij als geen ander waar gemaakt in de reeks omtrent la Divina Commedia van Dante. Door deze kathedraal van woorden in
beelden weer te geven getuigt ze van durf en creativiteit. Zij werkt meestal in series en is geboeid door een wisselwerking tussen bepaalde kunstuitingen.
Zo komt bepaald werk tot stand via muziek en is anderzijds haar werk de inspiratie voor musici.
Volgens Seuphor zou haar werk onder te brengen zijn bij ‘le cri’, de opwelling van het gemoed, de uitbarsting van wat zich niet laat stileren.
De kleuren maken het werk, ze zijn bijna fysiek. Ze maakt hier waar wat Orhan Pamuk schrijft : “ kleuren zijn niet om te begrijpen maar om te voelen.” En
die primaire kleuren maken het haar mogelijk om bijna op een ongeremde manier de indrukken en gevoelens weer te geven zodat haar werk sterk aanleunt bij het fauvisme.
Rosette Dillen, augustus 2007