Buiten de kaders van (onze) tijd
expo Ine Lammers
door Frederic De Meyer
Volgens de moderne fundamentele wetenschappen is elke vorm van observatie, niet enkel vanuit
menselijjk perspectief, een moment waarop zich de werkelijkheid kristaliseert. Het onderliggend
continuum wordt slechts materie -in de vom van deeltjes of ‘kwanta’- eenmaal het door een ander
standpunt wordt waargenomen. Dit geldt niet enkel voor materie, ook het begrip tijd volgt deze
logica: elke herinnering, vanuit dit opzicht, is een daad van creatie. Door op elk ogenblik de realiteit
vast te leggen schep je zowel het verleden als de toekomst.
Het is pas op menselijk niveau dat de werkelijkheid zich aan ons op een heel specifieke, causale
manier openbaart. Maar deze is bijgevolg slechts fragmentarisch, onvolledig. Bij elke bewustwording
van de werkelijkheid vervallen alle mogelijkheden die erin vervat lagen; de zogenaamde
‘waarschijnlijkheidsgolf’ waarin een verschijning zich oorspronkelijk uitdrukt implodeert bij elke
observatie, al verdwijnt het ook niet helemaal. Het onderliggend potentieel -de golffunctie- blijft
intrinsiek deel uitmaken van wat buiten ons bestaat.
We ervaren dus met onze menselijke beleving slechts een klein deeltje van de onderliggende
werkelijkheid. Dit zou als een beperking kunnen worden aanzien, maar in se is het een creatieve
daad: we boetseren vrij letterlijk ons bestaan in de ‘kwantumsoep’. Leven is een continue
scheppingsdaad. Wie beter dan een kunstenaar om deze gedachte in een beeld te vatten?
Ine Lammers reflecteert al geruime tijd over het mysterie van de tijd. Intuïtief voelt ze aan dat de
beleefde tijd, de ‘Kairos’ essentiëler is dan de afgemeten, door atoomklokken bepaalde tijd, de
‘Kronos’. Ze refereert gretig naar Ernest Bloch, die in elk moment een eeuwigheid herkende, “het
‘eeuwig moment’ waarin een herinnering voor altijd bewaard blijft, ondanks de vluchtigheid van
tijd.” Tijd is niet zomaar relatief, afhankelijk van een perspectief, het omvat op elk ogenblik het hele
‘zijn’.
Maar hoe vat je deze fundamentele gedachten in een beeld? In haar zoektocht kwam Ine tot de
vaststelling dat het niet in een enkel beeld is te duiden. Het is de som van verschillende
mogelijkheden die, uiteindelijk, een beeld kan schetsen van de dieperliggende gedachte, die een
aanvoelen kan verwoorden in een materiële, visuele taal. In deze zin kan haar reeks werken niet
anders gezien worden dan als totaalconcept, al houdt elk deel ervan het volledige mysterie in zich
vervat.
Er is de Japanse notie van Wabi-sabi, die ze reeds in een eerdere reeks exploreerde. “Wabi-sabi
benadrukt dat schoonheid zich juist bevindt in het verstrijken van de tijd,” vertelt Ine. “Door te
werken met materialen als verweerde houtsoorten, verroeste metalen of gedroogde bloemen tracht
ik dit idee vorm te geven.” Volgens deze notie is het proces van wording en verval een fundamenteel
natuurlijke staat. Er is geen wording, geen ‘zijn’ die geen notie van verdwijning inhoudt. Eenmaal tot
dit fundamentele besef gekomen kan je niet anders dan ontzag voelen voor de essentiële kracht die
erin schuilt, en die zowel scheppend als vernietigend is, als twee zijden van eenzelfde munst.
Het is in vele opzichten een bevrijdende vaststelling, zo merk je aan haar experimenteren met de
kunstmatige limieten van het kader. Een stalen constructie zonder inhoud; een verzameling
buitenmatige brokstukken zonder essentiële functie, gebroken of onvolledig, Ine toont ons hoe onze
beleving van het leven uiteindelijk beperkt wordt door de afgemeten, conventionele manieren van
denken. De mogelijkheden van het bewustzijn zijn veel breder en ruimer dan deze: “Het kader wordt
niet enkel gezien als grens maar als een verlengstuk van het kunstwerk zelf, de leegte errond nodigt
de kijker uit om het werk als deel van een grotere ruimte te beschouwen.”
Daarom speelt ze niet enkel met de notie tijd, maar evengoed met de ruimte. Ze wil een ruimte
creëren waar haar werken in alle rust symbolisch kunnen aftakelen. Waar de interventie van de mens
op natuurlijke processen de ruimte en de mogelijkheden inperkt, wil ze beide juist combineren in een
nieuwe ruimte, breder dan de louter menselijke. De aandacht voor de samenhang tussen nature en
nurture, zoals deze concepten zo mooi in het Engels heten, is ook hier, net als bij de kaders die uit
hun functie werden ontheven, bevrijdend: er is geen enkelvoudige manier om naar de stroom van de
tijd te kijken. Zo’n tegenstellingen zijn slechts het resultaat van menselijke interpretatie, net als
ruimte en tijd geen afzonderlijke verschijnselen vormen: ze maken intrinsiek deel uit van eenzelfde
geheel.
Deze verschillende interpretatielagen worden mooi weerspiegeld in Ines gebruik van het tapijt, dat in
haar nieuwe reeks een rijke symboliek wordt toegemeten. Het tapijt refereert naar oudere, huiselijke
taferelen, het verslijten van herinneringen of het ontrafelen van het leven zelf, maar evengoed naar
de intrinsieke schoonheid die erin ligt vervat. De harde, onwrikbare realiteit van onze beleving krijgt
er in zachte plooien en toevallige kronkels nieuwe wendingen, nieuwe manieren om naar het geheel
van de tijd te kijken. Tijd is een plooibaar en rekbaar begrip, een weefsel aan herinneringen en
toekomstmogelijkheden die ooit, voor even, een functioneel geheel vormden en enkel van belang
zijn voor wie er belang aan hechtte, of nog steeds aan hecht. Zo ook met de roos in giethars
bijvoorbeeld, als versteend symbool voor de hoop of de belofte die ze ooit inhield, en feitelijk nooit is
verwelkt.
We kunnen niet anders dan vanuit een antropocentrisch standpunt naar zaken als tijd en realiteit
kijken, weten we intussen. We kunnen ons wel andere manieren, los van onze eigen beleving
voorstellen, maar deze zullen steeds fragmentarisch zijn, slechts een gedeeltelijk inzicht bieden in het
groter geheel waar we niettemin deel van uitmaken. Maar in elk stukje zit onlosmakelijk het geheel
vervat, net zoals in elk werk uit deze nieuwe reeks van Ine het geheel van haar voortglijdende
gedachten, voorbije en komende, ligt vervat.
Frederic De Meyer
theArtCouch.be
november 2024
*******
expo Ine Lammers
door Frederic De Meyer
Volgens de moderne fundamentele wetenschappen is elke vorm van observatie, niet enkel vanuit
menselijjk perspectief, een moment waarop zich de werkelijkheid kristaliseert. Het onderliggend
continuum wordt slechts materie -in de vom van deeltjes of ‘kwanta’- eenmaal het door een ander
standpunt wordt waargenomen. Dit geldt niet enkel voor materie, ook het begrip tijd volgt deze
logica: elke herinnering, vanuit dit opzicht, is een daad van creatie. Door op elk ogenblik de realiteit
vast te leggen schep je zowel het verleden als de toekomst.
Het is pas op menselijk niveau dat de werkelijkheid zich aan ons op een heel specifieke, causale
manier openbaart. Maar deze is bijgevolg slechts fragmentarisch, onvolledig. Bij elke bewustwording
van de werkelijkheid vervallen alle mogelijkheden die erin vervat lagen; de zogenaamde
‘waarschijnlijkheidsgolf’ waarin een verschijning zich oorspronkelijk uitdrukt implodeert bij elke
observatie, al verdwijnt het ook niet helemaal. Het onderliggend potentieel -de golffunctie- blijft
intrinsiek deel uitmaken van wat buiten ons bestaat.
We ervaren dus met onze menselijke beleving slechts een klein deeltje van de onderliggende
werkelijkheid. Dit zou als een beperking kunnen worden aanzien, maar in se is het een creatieve
daad: we boetseren vrij letterlijk ons bestaan in de ‘kwantumsoep’. Leven is een continue
scheppingsdaad. Wie beter dan een kunstenaar om deze gedachte in een beeld te vatten?
Ine Lammers reflecteert al geruime tijd over het mysterie van de tijd. Intuïtief voelt ze aan dat de
beleefde tijd, de ‘Kairos’ essentiëler is dan de afgemeten, door atoomklokken bepaalde tijd, de
‘Kronos’. Ze refereert gretig naar Ernest Bloch, die in elk moment een eeuwigheid herkende, “het
‘eeuwig moment’ waarin een herinnering voor altijd bewaard blijft, ondanks de vluchtigheid van
tijd.” Tijd is niet zomaar relatief, afhankelijk van een perspectief, het omvat op elk ogenblik het hele
‘zijn’.
Maar hoe vat je deze fundamentele gedachten in een beeld? In haar zoektocht kwam Ine tot de
vaststelling dat het niet in een enkel beeld is te duiden. Het is de som van verschillende
mogelijkheden die, uiteindelijk, een beeld kan schetsen van de dieperliggende gedachte, die een
aanvoelen kan verwoorden in een materiële, visuele taal. In deze zin kan haar reeks werken niet
anders gezien worden dan als totaalconcept, al houdt elk deel ervan het volledige mysterie in zich
vervat.
Er is de Japanse notie van Wabi-sabi, die ze reeds in een eerdere reeks exploreerde. “Wabi-sabi
benadrukt dat schoonheid zich juist bevindt in het verstrijken van de tijd,” vertelt Ine. “Door te
werken met materialen als verweerde houtsoorten, verroeste metalen of gedroogde bloemen tracht
ik dit idee vorm te geven.” Volgens deze notie is het proces van wording en verval een fundamenteel
natuurlijke staat. Er is geen wording, geen ‘zijn’ die geen notie van verdwijning inhoudt. Eenmaal tot
dit fundamentele besef gekomen kan je niet anders dan ontzag voelen voor de essentiële kracht die
erin schuilt, en die zowel scheppend als vernietigend is, als twee zijden van eenzelfde munst.
Het is in vele opzichten een bevrijdende vaststelling, zo merk je aan haar experimenteren met de
kunstmatige limieten van het kader. Een stalen constructie zonder inhoud; een verzameling
buitenmatige brokstukken zonder essentiële functie, gebroken of onvolledig, Ine toont ons hoe onze
beleving van het leven uiteindelijk beperkt wordt door de afgemeten, conventionele manieren van
denken. De mogelijkheden van het bewustzijn zijn veel breder en ruimer dan deze: “Het kader wordt
niet enkel gezien als grens maar als een verlengstuk van het kunstwerk zelf, de leegte errond nodigt
de kijker uit om het werk als deel van een grotere ruimte te beschouwen.”
Daarom speelt ze niet enkel met de notie tijd, maar evengoed met de ruimte. Ze wil een ruimte
creëren waar haar werken in alle rust symbolisch kunnen aftakelen. Waar de interventie van de mens
op natuurlijke processen de ruimte en de mogelijkheden inperkt, wil ze beide juist combineren in een
nieuwe ruimte, breder dan de louter menselijke. De aandacht voor de samenhang tussen nature en
nurture, zoals deze concepten zo mooi in het Engels heten, is ook hier, net als bij de kaders die uit
hun functie werden ontheven, bevrijdend: er is geen enkelvoudige manier om naar de stroom van de
tijd te kijken. Zo’n tegenstellingen zijn slechts het resultaat van menselijke interpretatie, net als
ruimte en tijd geen afzonderlijke verschijnselen vormen: ze maken intrinsiek deel uit van eenzelfde
geheel.
Deze verschillende interpretatielagen worden mooi weerspiegeld in Ines gebruik van het tapijt, dat in
haar nieuwe reeks een rijke symboliek wordt toegemeten. Het tapijt refereert naar oudere, huiselijke
taferelen, het verslijten van herinneringen of het ontrafelen van het leven zelf, maar evengoed naar
de intrinsieke schoonheid die erin ligt vervat. De harde, onwrikbare realiteit van onze beleving krijgt
er in zachte plooien en toevallige kronkels nieuwe wendingen, nieuwe manieren om naar het geheel
van de tijd te kijken. Tijd is een plooibaar en rekbaar begrip, een weefsel aan herinneringen en
toekomstmogelijkheden die ooit, voor even, een functioneel geheel vormden en enkel van belang
zijn voor wie er belang aan hechtte, of nog steeds aan hecht. Zo ook met de roos in giethars
bijvoorbeeld, als versteend symbool voor de hoop of de belofte die ze ooit inhield, en feitelijk nooit is
verwelkt.
We kunnen niet anders dan vanuit een antropocentrisch standpunt naar zaken als tijd en realiteit
kijken, weten we intussen. We kunnen ons wel andere manieren, los van onze eigen beleving
voorstellen, maar deze zullen steeds fragmentarisch zijn, slechts een gedeeltelijk inzicht bieden in het
groter geheel waar we niettemin deel van uitmaken. Maar in elk stukje zit onlosmakelijk het geheel
vervat, net zoals in elk werk uit deze nieuwe reeks van Ine het geheel van haar voortglijdende
gedachten, voorbije en komende, ligt vervat.
Frederic De Meyer
theArtCouch.be
november 2024
*******
Wanneer je ‘de mens’ beschouwt in termen van Henri Bergsons élan vital kom je onvermijdelijk uit op een kunstenaar als Ine Lammers. Wanneer je dit doet merk je meteen ook dat dit élan geen rechtlijnig of voorspelbaar gegeven hoeft te zijn. De ruwe uitspattingen die grond vonden in een rebelse reactie op onrecht en onlust vervormde eerder al tot het verbindende concept Morphic Resonance van Rupert Sheldrake, en lijkt nu in meer verstilde, contemplatieve wateren te zijn beland. Al is dit misschien slechts schijn: de ruwe kanten zijn subtieler geworden, ze uiten zich in het roest van metaal, de rafelige boorden van lapjes textiel, de weerbarstige patronen in de houtblokken die de verf vergezellen. De klank is minzamer, de woorden bedachter uitgekozen, maar de rebelse stem is nog lang niet getemd, zo lijkt het me. Niet dat dit hoeft, wel integendeel.
Frederic de Meyer
kunstjournalist
maart 2023
*******
Frederic de Meyer
kunstjournalist
maart 2023
*******
Soms kan breken met een afgelegde beeldenweg, je dichter bij jezelf en je creaties brengen. Al jaren werden al de levensgevoeligheden van Lammers getransformeerd naar doek, maar in haar recente werk vatte ze de zoektocht naar het Wabi Sabi concept aan. Lees: imperfecties accepteren en deze integreren in het werk. Ze zocht hiervoor naar de essentie van bijvoorbeeld gevonden of vergane voorwerpen, ontdeed ze van het functionele, en dichtte hen een emotionele dimensie toe. Liefst werkt de kunstenaar met materialen die sowieso al bezield zijn door de tand des tijds en waar de nagelaten sporen een geheel zelf in te vullen verhaal vertellen. Deze werden in haar nieuwe creaties geïntegreerd, met als uitwerking nu eens breekbare, fragiele werken, dan weer suggererend stoer met gedurfde artefacten. In haar oeuvre worden gerafelde stukjes stof en geïntegreerd fors ijzewerk moeiteloos naast elkaar verwerkt.
Ook dichters en filosofen reden mee op haar nieuwe golf. Resultaat: een zoektocht naar schoonheid in het onvolledige en onvolmaakte, wat resulteert in werk met aardse en sobere vormen en tinten, die vragen om verstilling van de kijker.
Hilde Van Canneyt,
kunstcriticus
februari 2023
*******
Ook dichters en filosofen reden mee op haar nieuwe golf. Resultaat: een zoektocht naar schoonheid in het onvolledige en onvolmaakte, wat resulteert in werk met aardse en sobere vormen en tinten, die vragen om verstilling van de kijker.
Hilde Van Canneyt,
kunstcriticus
februari 2023
*******
Dualities are omnipresent in her work. Looking for harmony in simplicity, provoking tactile dialogues, creating from not knowing, or rather from intuitive knowing… The mystique of ordinary things, the fleeting nature of beauty. She likes to create a kind of tension by uniting the decay of nature with human intervention. The result is a form of sublimation, an appreciation, respect for what was and is now. Natural and manufactured elements are brought together while attention is paid to the harmony of the apparent extremes, going beyond the obvious.
Polarities, paradoxes, opposites... unravelling, rearranging, reconnecting. Delving into the emotional values of materials rather than its functional value.
Despite the apparent "brutalism" of the object, whose function is not precisely defined, it shows a poetic and sacred power that enters into a different relationship with time.
*******
Een langoureus uitgestrekt vrouwenlichaam vergezeld van een kleurrijke vogel. Een ontbloot bovenlichaam met pijnlijk ogende tepelklemmen. Een dromerige dame met een lange hals. Of summier aangezette, amper leesbare gezichten. De (onderdelen van) lichamen die Ine Lammers met houtskool en penseel aan het doek toevertrouwt ontlokken een veelheid aan emoties. Van beroering en verontrusting tot troost en verstilling.
Deze kunstenares is extravert, al koestert ze de solitude en de sacrale stilte die hiermee gepaard gaat om te creëren. Net als de wintermaanden. Ine Lammers heeft de koude nodig om vorm te geven aan wat ze in de zomer verzamelde. Al meer dan twintig jaar vertaalt ze gevoeligheden op doek. Minuscuul klein of larger than life. De werken spreken via de taal van de lichaamsfragmenten - zoals de houding van een arm of de manier waarop een knie gebogen is. Ze getuigen elk van trauma’s en kwetsuren, maar evenzeer van kracht en soms ook van humor. Opmerkelijk is bijvoorbeeld een reeks van vier werken waarop telkens negen vrouwenlichamen spaarzaam zijn uitgetekend. Lammers’ speelse gevoel voor ritme en organische choreografie is pure schoonheid.
De tentoonstelling Lush&Lust focust op nieuw werk. Van uitbundige creaties die Lammers op één dag met enkele trefzekere verfstreken neerzette, tot serene schilderijen waar ze wekenlang aan werkte. Elk werk kwam associatief tot stand. De keuze van het kleurenpalet, zoals het gebruik van geel en extreme kleurencombinaties, de - soms grote - witpartijen en de doordachte composities getuigen van lef. Schommelend van mildheid naar hardheid en weer terug, geven de schilderijen vorm aan dromen en intimiteit, alsook aan vergeefs verlangen, melancholie en ongebreidelde, vleselijke wellust. Hoe langer je ernaar kijkt, hoe meer ze fascineren. Ziedaar het talent van Ine Lammers.
Sofie Crabbé
kunsthistoricus en -criticus
december 2017
Deze kunstenares is extravert, al koestert ze de solitude en de sacrale stilte die hiermee gepaard gaat om te creëren. Net als de wintermaanden. Ine Lammers heeft de koude nodig om vorm te geven aan wat ze in de zomer verzamelde. Al meer dan twintig jaar vertaalt ze gevoeligheden op doek. Minuscuul klein of larger than life. De werken spreken via de taal van de lichaamsfragmenten - zoals de houding van een arm of de manier waarop een knie gebogen is. Ze getuigen elk van trauma’s en kwetsuren, maar evenzeer van kracht en soms ook van humor. Opmerkelijk is bijvoorbeeld een reeks van vier werken waarop telkens negen vrouwenlichamen spaarzaam zijn uitgetekend. Lammers’ speelse gevoel voor ritme en organische choreografie is pure schoonheid.
De tentoonstelling Lush&Lust focust op nieuw werk. Van uitbundige creaties die Lammers op één dag met enkele trefzekere verfstreken neerzette, tot serene schilderijen waar ze wekenlang aan werkte. Elk werk kwam associatief tot stand. De keuze van het kleurenpalet, zoals het gebruik van geel en extreme kleurencombinaties, de - soms grote - witpartijen en de doordachte composities getuigen van lef. Schommelend van mildheid naar hardheid en weer terug, geven de schilderijen vorm aan dromen en intimiteit, alsook aan vergeefs verlangen, melancholie en ongebreidelde, vleselijke wellust. Hoe langer je ernaar kijkt, hoe meer ze fascineren. Ziedaar het talent van Ine Lammers.
Sofie Crabbé
kunsthistoricus en -criticus
december 2017
film made by www.wimrobberechts.com